Special: de geschiedenis én de toekomst van het Rotterdamse Elevatorhuis.

Één van de Rotterdamse monumenten die tijdens Open Monumentendag Rotterdam hun deuren openen is in 2022 genomineerd voor de landelijke OMD Duurzaamheidsprijs. Uit 36 aanmeldingen heeft de jury drie finalisten gekozen en het Elevatorhuis aan de Parklaan in Rotterdam is daar één van. Reden voor ons om eens in te zoomen op dit bijzondere gebouw!

Door: Koen van der Made

Aan imposante panden is er aan de sjieke Parklaan geen gebrek. Één van de meest karakteristieke gebouwen is wel het Elevatorhuis op nummer 8. Een opvallend halfrond reliëf op de voorgevel geeft een schip weer, geflankeerd door twee havenmachines. En die machines zijn precies waar het hele Elevatorhuis om draaide.

Bij het woord ‘elevator’ denk je misschien aan een lift. En dat is niet fout: het gebouw uit 1914 is inderdaad uitgerust met een lift, iets dat in die tijd zeker nog geen gemeengoed was. Maar de lift is níet de oorsprong van de naam – het Witte Huis aan de Wijnhaven had er ten slotte 16 jaar eerder al één. Nee, de naam Elevatorhuis (op z’n Nederlands: ‘éélevator’) verwijst naar de graanelevator: een enorme ‘stofzuiger’ die graan, zaden en andere losse lading uit het ruim van een schip zuigt.

De Graan Elevator Maatschappij
In 1908 begon de Graan Elevator Maatschappij met het inzetten van deze machines voor de overslag van graan in de Rotterdamse haven. Hiervóór werd dergelijke lading in zakken verpakt, die stuk voor stuk door zakkendragers werden gelost. Tegen de overslagcapaciteit van een graanelevator (wel zo’n 200 ton per uur!) valt natuurlijk niet op te zakkendragen en de zaken gingen dan ook goed voor de Graan Elevator Maatschappij. Na 5 jaar gebeurde 96% van de graanoverslag via elevatoren en in 1914 bouwde de Graan Elevator Maatschappij dit gebouw als hoofdkantoor. Het gebouw was opulent afgewerkt en zijn tijd ver vooruit: met zijn lichthof, ventilatiesysteem, centrale verwarming én dus een lift weerspiegelde het hoofdkantoor de rijkdom van de Maatschappij.

Het verval
In de loop van de jaren is het gebouw vaak van eigenaar gewisseld en evenveel keren verbouwd. Bij elke verbouwing raakte de grandeur en cultuurhistorische waarde van het gebouw meer in de verdringing. Ramen werden dichtgetimmerd en gestuct, houten lambriseringen werden ontsierd door stopcontacten en lichtschakelaars en boven het centrale glas-in-loodgewelf in de hal, het huzarenstuk van het gebouw, kwam een niet-lichtdoorlatende vloer. De teloorgang kenterde toen Gijs en Karin van Lookeren Campagne het gebouw in handen kregen. Zij wilden het pand omtoveren tot kantorenverzamelgebouw, waarin de oorspronkelijke allure maar óók het innovatieve karakter van het gebouw terug zouden moeten komen.

Originele details
Tijdens de ingrijpende verbouwing bleken veel van de originele details gelukkig bewaard te zijn. Achter voorzetmuren komen compleet intacte ramen vandaan, onder de vloer van de bel-etage schuilt nog een groot deel van de oorspronkelijke mozaïekvloer en bij het afbikken van de jaren ‘70 tegeltjes waarmee het trappenhuis behangen was blijken de originele wandtegels nog in situ. Bij elk van deze ontdekkingen moesten Gijs en Karin een beslissing nemen: handhaven of vervangen? Gelukkig overwon de liefde voor het originele vaak de tegenargumenten in het voordeel van het snelle, het moderne en het kostenefficiënte. De tegels in het trappenhuis bijvoorbeeld werden met de uiterste zorg blootgelegd – een buts hier en een barst daar waren onontkoombaar, maar dat is altijd nog beter dan helemaal géén originele tegels!

Verduurzaming en de Open Monumentendag Duurzaamheidsprijs
Als de OMD Duurzaamheidsprijs puur een bekroning voor het mooiste monument zou zijn, dan was het Elevatorhuis wat ons betreft al een kanshebber. Maar waarom dingt het gebouw specifiek mee naar de duurzaamheidsprijs? Nou, Gijs en Karin zijn niet bang voor een uitdaging. Het doel bij de verbouwing was daarom níet om het energieverbruik op een acceptabel niveau te krijgen. Ze dachten groter: het gebouw moest van Energielabel G naar A. Dat is niet alleen indrukwekkend voor een gebouw van meer dan honderd jaar oud; het Elevatorhuis voldoet hiermee zelfs aan de nieuwbouwnormen!

Het hele gebouw inpakken met glaswol en purschuim was natuurlijk geen optie, dat zou de monumentale uitstraling verpesten. De duurzaamheidsmaatregelen zijn goed verstopt; rondlopend in het Elevatorhuis zou je op het eerste oog niet zeggen dat er zo ingrijpend verduurzaamd is. Dat komt gedeeltelijk door maatregelen die niet opvallen, zoals de toepassing van LED-verlichting met bewegingssensoren, een slim geprogrammeerd verwarmingssysteem en ventilatie met warmteterugwinning. Hierdoor staan het licht en de verwarming nooit onnodig aan – één van Gijs’ grootste kantoorergernissen.

Isolatie is moeilijker ‘onzichtbaar’ te maken. Toch is ook dat goed gelukt. Om de karakteristieke houten dakconstructie van binnen onaangetast in het zicht te houden, is het puntdak van buiten geïsoleerd. Door toepassing van een isolatielaag van schapenwol en aluminiumfolie onder de dakpannen zie je daar vanbinnen helemaal niets van. En omdat het materiaal maar 4 cm dik is, liggen de dakpannen nu slechts verwaarloosbaar verder naar buiten.

Om iets dikker isolerend glas toe te kunnen passen in de originele houten kozijnen is het raamhout iets uitgefreesd. Om de detaillering te handhaven zit de buitenkant van het glas exact waar de buitenkant van het oude glas zat en kregen de glas-in-loodramen een voorzetraam aan de binnenkant.

Met hart voor het verleden is het Elevatorhuis klaar voor de toekomst!

Wil je het Elevatorhuis met eigen ogen van binnen bekijken? Dat kan tijdens het monumentenweekend! Klik hier voor meer info.