Snuif- en specerijenmolens De Ster en De Lelie
Bouwjaar: 1829/1968 en 1777

Vroeger stonden in en om Rotterdam veel molens. Rond 1900 moeten er vanuit De Ster meer dan 150 molens zichtbaar geweest zijn. Ten noordwesten stonden meer dan 70 grote poldermolens die de polders langs de Rotte droog hielden, en in de richting van het centrum stonden de stadskorenmolens. Verder hebben aan de Kralingse Plas meerdere molens gestaan. Daarvan zijn er nog maar twee over: De Ster en De Lelie.
De Ster en De Lelie bij de Kralingse Plas in Rotterdam-Kralingen zijn de enige nog werkende snuif- en specerijenmolens in Nederland. De Ster is oorspronkelijk uit 1829 en is twee keer herbouwd na brand. De Lelie is uit 1777 en nog in originele staat. In het molencomplex werd op windkracht snuiftabak gemaakt en specerijen gemalen.
Programma
De molens zijn in bedrijf bij voldoende wind en er worden rondleidingen gegeven. De inloop is vrij. De aanwezige molenaars laten je zien hoe de molen werkt, hoe specerijen en tabaksbladen eruit zien en hoe ze ruiken. Via de trappen in de molen kun je ook hoger in de molen een kijkje nemen!
Goed om te weten
Wil je bovenin de molen kijken? De trappen zijn stijl, houd hier rekening mee bij het kiezen van de schoenen die je aandoet.
Rotterdamse Jaar van de Vrouw
Vanaf 1898 tot begin ’50 werkt op De Ster en De Lelie Willemina den Outer. Ze kwam als 22 jarige in dienst als stripster van tabaksbladeren en heeft er ruim 50 jaar gewerkt. Ze stond bekend als tante Mien of Mien van de molens. Er zijn diverse kranten artikelen over haar 25, 40 en 50 jarig jubileum op de molen. Het was bepaald een een kordate vrouw, ze deed ook volop mee met het werk op de molen als dat nodig was.