Voor Erik is het Noordereiland van groot persoonlijk én historisch belang

Erik van Broekhuizen werd in 1966 geboren als kind van Rotterdamse binnenschippers. Dus ging kleine Erik op zijn 7e naar het Schippersinternaat, waar hij tot zijn 18e woonde. Zijn vrouw Ellen leerde hij daar kennen. Ze varen niet, maar wonen – waarschijnlijk niet toevallig – sinds 1991 samen aan de Maaskade op het Noordereiland. Dat eiland is historisch gezien veel belangrijker dan velen denken, vindt Erik. Hij weet haarfijn uit te leggen waarom.

Schipperskind uit Rotterdam-Zuid

Een verhalenverteller pur sang, dat is Erik. Verhalen overbrengen aan een publiek, dat is de gemene deler van al zijn werkzaamheden als freelancer. Na de Reinwardt Academie werkte hij voor verschillende Rotterdamse musea. Als gids voor Urban Guides – al jaren zijn favoriete ‘bijbaantje’ – neemt hij mensen mee op tochten door zijn stad. “Als kind woonde ik in Oud-Charlois, vlakbij de Wielewaal. Pas op mijn vijftiende ontdekte ik de rest van Rotterdam écht, daarvoor was Zuidplein mijn centrum. Drie jaar later kende ik Rotterdam op mijn duimpje. Ik fietste dagelijks naar Rotterdam CS om de trein naar Leiden te pakken, waar ik studeerde. Ik woonde er niet want mijn opa had een pandje aan de Randweg waar ik en mijn broertje konden wonen. Waarom zou je op kamers gaan als je een heel huis tot je beschikking hebt?!” Sinds 1991 woont Erik samen met Ellen aan de Maaskade. Het Noordereiland is zijn thuis. “Van oorsprong wonen er veel binnenschippers op het Noordereiland. Dat is nog steeds zo, al begint die generatie uit te sterven. Wij hebben een fantastisch huis uit 1896, gebouwd ongeveer 26 jaar na het ontstaan van Noordereiland.”

“Tentoonstelling ‘40-’45 hoort thuis op het Noordereiland!”

Het was op deze plek, aan de Maaskade, waar op 10 mei 1940 bewoners om een uur of vier ‘s morgens naar buiten keken. Landde daar nou een watervliegtuigje? “Mensen werden die ochtend wakker van de beschietingen en bombardementen op vliegveld Waalhaven. Uit het watervliegtuigje kwam een rubberboot en tien soldaten. Die namen de brug naar het Noordereiland in en luidden daarmee het begin van WOII in. Het Noordereiland was daarbij frontgebied.” Erik vindt dat er voor die beladen geschiedenis veel te weinig aandacht is in Rotterdam en daarbuiten. “Het gaat vaak alleen over het bombardement op de stad, maar dit was dé plek waar het allemaal begon. Dit was een ontzettend belangrijke locatie in de stad, op de oude Willemsbrug en in de Van der Takstraat ontmoetten het noorden en zuiden van de stad elkaar. Al het verkeer van noord naar zuid kwam hier doorheen, het was een drukte van jewelste.” De bruggehoofden van de oude Willemsbrug, ontworpen door Van der Steur, zijn aan beide kanten van de rivier nog te zien.

Monumentale Maaskade

Ten tijde van het uitbreken van de oorlog woonden Eriks’ overgrootouders aan de Maaskade, waar hij nu zelf woont. “De oorlog begon en mijn opa’s ouders woonden pal naast de brug. Mijn opa moest zich in die tijd dagelijks melden voor de mobilisatie en daarom werd mijn oma door mijn overgrootvader aan boord geholpen. Mijn overgrootmoeder was dus alleen thuis toen de oorlog uitbrak. Ze vluchtte naar haar zus. Na het bombardement op de stad keerde mijn overgrootvader huiswaarts om, eenmaal de hoek om bij de Van der Takstraat, alleen nog de resten van zijn huis aan de kade aan te treffen. Mijn overgrootmoeder was op 10 mei al gevlucht, toen kon ze nog van het eiland af kon komen. Na 14 mei werden bewoners op het Noordereiland vastgehouden door de Duitsers.” Erik vertelt over de onderhandelingen die werden gevoerd op en over het Noordereiland en de capitulatie van Rotterdam. Hij heeft verhalen voor uren. “De bewoners van het Noordereiland zaten eerste rang bij het uitbreken van WOII. Dat maakt dit zo’n belangrijke plek.” Een mooie plek bovendien, met prachtige monumentale panden aan het water van de Nieuwe Maas. “Op het Noordereiland mag best iets meer te zien en lezen zijn over de meidagen van 1940. Er is nu alleen een piepklein koperen bordje dat erover verteld.” Toch vindt hij een museum op deze plek niet passend. “Ik zie liever iets in de buitenruimte gebeuren. Cultuur is van mensen en gebeurt buiten, dat moet je niet opsluiten in één pand.” Voor Erik is Rotterdam zelf een groot museum, opgebouwd oude en nieuwe stukken, maar bovenal uit eindeloos veel verhalen.