Peggy Wijntuin verbindt Rotterdams’ heden en verleden met Slavernijmonument Rotterdam
In 2013 – precies 150 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij in Nederland – werd het Slavernijmonument Rotterdam op de Lloydkade in Rotterdam onthuld. Vier jaar lang zette oud-raadslid en Keti Koti-beschermvrouwe Peggy Wijntuin zich hiervoor in, vanuit de behoefte aan een plek om het slavernijverleden, waaraan ook Rotterdam deel had, te gedenken. In de achttiende eeuw stond de driehoekshandel tussen Rotterdam, Afrika en de Caraïben nog centraal aan de Lloydkade. Nu symboliseert het Slavernijmonument Rotterdam op diezelfde plek de verbinding tussen het gedeelde verleden én de gezamenlijke toekomst van alle Rotterdammers.
Als Rotterdams raadslid hoorde Peggy Wijntuin veelvuldig de roep om een herdenkingsplek voor het slavernijverleden, vooral vanuit de Surinaamse gemeenschap waartoe ze zelf behoort. “In 2008 kreeg ik van deze bevolkingsgroep de credits voor de wijze waarop ik het raadslidmaatschap uitvoerde, met een eretitel als beschermvrouwe Keti Koti. Ik voelde een plicht om die titel te laden en wilde dat doen met een plek voor herdenking en verbinding.” Ze vertelde de toenmalige wethouder van Cultuur over haar plannen. Als het lukte om genoeg handtekeningen op te halen voor dit idee, kon de gemeente wellicht helpen. Peggy, trots: “De wethouder vroeg om een tiental handtekeningen van medestanders. In no time had ik er 3000 bij elkaar!” Dit was haar startpunt: ze organiseerde een symposium en vergrootte vervolgens het draagvlak door een projectorganisatie op te zetten met vertegenwoordigers van Nederland, Suriname, de Antillen, de Kaapverdische eilanden en het Cenrum Beeldende Kunst Rotterdam. “Uiteindelijk werden er drie kunstenaars uitgenodigd om een ontwerp te maken. Wijlen Alex da Silva maakte het kunstwerk zoals dat er nu staat.”
Door het slavernijmonument is de Lloydkade nu een plek voor herdenking en verbinding
Peggy gaat regelmatig kijken bij het monument: op Heijplaat woont ze er praktisch tegenover. Ook nu inspecteert ze de omgeving ervan nauwkeurig. “Kijk, mensen gebruiken dit grasveld als een hondenuitlaatveldje, dat is niet de bedoeling ervan.” Vier jaar lang duurde de aanloop naar de onthulling van het monument. “Het moest in 2013 klaar zijn, 150 jaar na de officiële afschaffing van de slavernij. In de jaren ervoor onderzochten we de juiste plek, die moest relevant zijn. Ik vroeg stadshistoricus Paul van der Laan en Alex van Stipriaan, historicus en hoogleraar hoogleraar Caraïbische geschiedenis aan de Erasmus Universiteit, om advies. Zo kwamen we bij deze plek uit.” De Lloydkade was de plek van de driehoekshandel. Vanaf hier vertrokken schepen vol handelswaar naar de kusten van Afrika. “Daar werden producten geruild tegen andere ‘handelswaren’: mijn voorouders. Die moesten vervolgens naar Suriname of de Antillen, waar ze werden geruild tegen onder andere suiker en koffie. Die producten arriveerden vervolgens hier, aan deze kades. Heel Rotterdam profiteerde van die handel.” Veel Rotterdammers kennen deze geschiedenis niet, merkte Peggy gaandeweg. “Ik kreeg tijdens de initiatieffase veel reacties. Positieve, negatieve en zelfs heel lelijke.” Vooral de waarom-vraag leidde uiteindelijk tot de motie die Peggy een paar jaar later indiende, voor een onderzoek naar dit verleden. Het leidde tot drie publicaties die zij ‘monumenten tegen de onwetendheid’ noemt. “Rotterdam moet haar geschiedenis kennen, vind ik. We kunnen nu niet meer zeggen dat we het niet wisten.”
Het belang ervan verduidelijkt Peggy door het woord ‘geschiedenis’ zelf te ontleden. “Het zijn eigenlijk drie woorden: Geschied en Is. Het verleden werkt door in het heden. Het feit dat ik hier nu ben, heeft alles te maken met Nederland die in het verleden dáár was. Dat Rotterdam nu een grote wereldhaven is, heeft veel te maken met dat verleden.” Zo lang is het bovendien nog niet geleden, vindt Peggy. “Ik ben de derde generatie in vrijheid geboren sinds 1 juli 1863, de datum van de officiële afschaffing van de slavernij. Mijn overgrootmoeder was die ex-slaafgemaakte vrouw. Zij bracht mijn moeder groot, want mijn oma stierf vrij jong. Haar verhalen zijn via mijn moeder bij mij gekomen.” Als kind droomde haar moeder van een toekomst als juf, maar die droom werd nooit werkelijkheid. Liefdevol vertelt Peggy vervolgens over haar moeder die haar zoveel waardevolle lessen meegaf. “Mijn moeder had dromen die vanwege het slavernijverleden niet zijn waargemaakt. In goed vertrouwen is ze door haar ouders als 12-jarige meegegeven aan mensen voor vervolgonderwijs in Paramaribo. Jaren later hoorde haar vader pas dat ze al die tijd niet naar school was gestuurd, maar dat ze zich slechts met het huishouden moest bezighouden. Ze hebben haar dromen gebroken, maar niet haar geest. En die dromen heeft ze mij meegegeven. ‘Ga en vlieg!’, vertelde ze me, ‘in welke richting je ook wilt!’”
Haar moeder kon als 12-jarige in de jaren dertig nog niet protesteren tegen wat haar overkwam, maar de 12-jarige Peggy kon dat wel. Een dat deed ze! Toen ze, ondanks haar hogere cijfers, een lager schooladvies kreeg dan haar schoolvriendin Marina, liet ze het er niet bij zitten. “Marina ging naar de Petrus Mavo. Toen ik dat hoorde, voelde ik aan mijn water dat hier iets niet klopte. Het voelde zó onrechtvaardig! Dus wilde ik mij daar ook inschrijven. Ik ging boos met Marina mee en liet mijn rapport aan de directeur zien. Hij glimlachte en vertelde me dat ik natuurlijk ook ingeschreven kon worden. Toen ik een jaar later een hoger niveau kreeg geadviseerd, besloot ik in mijn klas, bij mijn vrienden, te blijven. Ik besloot dat. Het was een eigen keuze. Míjn keuze! Dat is wat mijn moeder heeft gestimuleerd.”
Mijn moeder had dromen die vanwege het slavernijverleden niet zijn waargemaakt
In 2010 overleed Peggy’s moeder, drie jaar voor de feestelijke onthulling van het monument. Ze was in geest aanwezig, zegt Peggy. “Het monument is daarna bezocht door allerlei prominenten, zoals de president van Kaapverdië en schrijfster Cynthia Mc Load van het boek Hoe duur was de suiker? Scholen komen hier langs, het beeld is te zien in posts op sociale media. Het monument is tot leven gekomen en dat was precies wat ik wilde. De burgemeester riep de herdenking bij het monument op 30 juni bovendien uit tot een officiële van de stad Rotterdam, zoals ook 4 mei een officiële herdenkingsdag is.” Hier wordt de geschiedenis van Rotterdam verteld. Iedereen moet snappen waarom dit monument hier vandaag de dag staat, vindt Peggy. “Want iedereen die hier in deze stad wortelt, wordt mede-eigenaar van die geschiedenis.” Sommige figuren op het kunstwerk kijken naar het verleden, anderen kijken kettingvrij naar de toekomst. Het symboliseert dus ook de verantwoordelijkheid die we moeten nemen voor onze toekomst, op basis van onze kennis van het verleden, zegt Peggy. “Daar ben ik in mijn werk continu mee bezig, bij het bestrijden van kansenongelijkheid.” Vroeg in haar carrière heeft Peggy zelf racisme ervaren. Het werd de motor van haar politieke carrière en zorgde voor de drive om bij te dragen aan een rechtvaardige samenleving. “Mijn doel was en is om dit te veranderen voor mijn dochters én voor alle andere Rotterdamse zonen en dochters. De jongeren van nu zijn het Rotterdam van de toekomst, voor hen wil ik het hier goed achterlaten.”