In het oude tramhuis blijft voor Anna het verhaal van Hoogvliet levend
Naast de stad Rotterdam vallen onder de gemeente Rotterdam ook verschillende dorpen en gebieden. Denk aan Heijplaat, Hoek van Holland, Pernis en Rozenburg. Open Monumentendag besteedt niet alleen aandacht aan de monumenten en geschiedenis van Rotterdam-stad, maar aan die van de hele gemeente. Zoals in Hoogvliet, waar onder andere het monumentale Oude Tramhuisje staat. Een plek met een bijzondere historie voor de hele regio, dankzij de stoomtram van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij die bijna 60 jaar lang Rotterdam-Centrum verbond met Hellevoetsluis en Oostvoorne. Anna Papavoine maakte hiermee als jong meisje nog een ritje: ‘Ik kan het me heel goed herinneren, ik ben ook wel eens met mijn ouders met het trammetje naar Oostvoorne geweest. Dat is heel bijzonder. En nu zo’n wachtlokaal ziet er eigenlijk nog helemaal zo uit zoals het eruit zag.’
Historie en herbestemmen – hoe monumenten duurzaam karakter geven aan plekken
‘Ik woon al heel lang in Hoogvliet en ik werk al heel lang voor de gemeente Rotterdam. In 1981 ben ik begonnen als assistent beleidsadviseur in Hoogvliet en nu werk ik bij de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Al sinds 2007’, stelt Anna zich voor. Tijdens haar werk bij de deelgemeente raakte ze betrokken bij het proces van het aanwijzen van monumenten in Hoogvliet. ‘Nu ben ik manager van een bevlogen en enthousiast team, waaronder ook Bureau Monumenten en Cultuurhistorie valt. Dat was heel leuk om zo weer in aanraking te komen met monumenten. Een klein beetje de cirkel rond, want binnenkort ga ik met pensioen. Het is gewoon heel mooi om bij cultureel erfgoed betrokken te zijn.’
Hoogvliet kent tegenwoordig 11 gemeentelijke monumenten vertelt Anna: ‘In 2007 waren de definitieve aanwijzingen, maar dat proces liep natuurlijk al veel langer. Naast het oude tramhuis waar we nu zitten, zijn dat bijvoorbeeld ook de Dorpskerk, boerderij Dijkzicht met een schuur en het erf, het restant van de Spijkenisserbrug en de voormalige brugwachterswoningen.’ Ze is er trots op dat deze gemeentelijke monumenten in Hoogvliet benoemd zijn: ‘Hoogvliet was een oud dorpje vroeger. Er is een hoop gesloopt, vandaar dat het ook heel belangrijk is om iets als monument aan te wijzen. Ik denk dat monumenten sowieso altijd in een stad of dorp het karakter bepalen. En mensen willen toch graag wonen op een plek met meer karakter. Deze monumenten zijn allemaal gebouwen uit de geschiedenis van Hoogvliet. Het vertelt iets over de historie.’
Als het oude tramhuis kon praten, zou het ongetwijfeld een hoop verhalen kunnen vertellen over Hoogvliet en haar inwoners. In 1878 wordt de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij opgericht. Vanaf 1979 rijdt de R.T.M. op 6 paardentramlijnen en in 1881 gaat van Rotterdam naar Delfshaven de eerste stoomtramlijn. Het duurt nog even voor ook de Zuid-Hollandse eilanden een verbinding krijgen. Maar begin 20e eeuw opent een tramlijn naar Spijkenisse en later ook naar Hellevoetsluis en Oostvoorne. De komst van de tramlijn is een belangrijke sociale en economische ontwikkeling voor Hoogvliet en de regio. Zoals beschreven op Geschiedenis van Zuid-Holland: ‘De tram gaf de mogelijkheid om voor die tijd redelijk snel te reizen en goederen te vervoeren en verloste het gebied buiten Rotterdam uit een isolement.’ Tuinders vervoeren hun waar met de tram en zelfs vee wordt ermee naar de Rotterdamse veemarkt gebracht. Maar ook strandliefhebbers reizen dan met gemak naar de kust en familie en vrienden uit de hele regio kunnen bezocht worden.
Het huidige tramhuis is niet hetzelfde als die uit de beginjaren. In de eerste weken van de Tweede Wereldoorlog in Nederland wordt Hoogvliet op 6 juni 1940 opgeschrikt door een grote explosie. Schuin achter het tramhuisje aan de Groene Kruisweg is een munitiedepot in vlammen op gegaan. Nog altijd is niet duidelijk of er opzet in het spel was en decennialang worden in de wijde omgeving van het station nog hulzen gevonden.’Dit huisje is gebouwd direct na de oorlog. Er stond eerst een houten huisje en dat is afgebrand in de oorlog. Van de Duitsers kreeg men geen toestemming om iets te herbouwen en toen is dit kort na de oorlog gebouwd’, licht Anna toe. Op de plek van het oorspronkelijk houten tramhuisje wordt in 1946 een stenen huisje gebouwd. Het is een vroeg ontwerp van architect Cornelis (Kees) Elffers. Die in Rotterdam in de jaren ’50 de machinistenschool a.k.a. De Machinist in Coolhaven ontwerpt en in de jaren ’60 de gebouwen van campus Woudestein.
Een twijfelachtige bijnaam krijgt de tram naarmate het verkeer drukker en diverser wordt, vertelt Anna: ‘Het werd in de volksmond – Rotterdammers geven natuurlijk alles een bijnaam – ‘het moordenaartje’ genoemd. Want het heeft helaas veel verkeersslachtoffers gekost.’ Een geuzennaam die is blijven hangen getuige een snelle zoektocht op Google: nog verschillende hits en foto’s van de tram komen daarop naar voren. De komst van de R.T.M.-buslijnen en het steeds gangbaarder worden van particulier autobezit, maken de stoomtram langzaamaan overbodig en achterhaald. Op 6 november 1965 rijdt de laatste stoomtram op de lijn langs het tramhuis van Hoogvliet. Tegenwoordig is het Oude Tramhuis een gezellig eetcafé. Anna: ‘Dat vind ik zo leuk, dat het een andere functie heeft, maar wel voor het nageslacht bewaard blijft. Het vertelt het verhaal van Hoogvliet en er komen nieuwe verhalen.’
Hoogvliet is anno 2022 goed te bereiken met metrolijn C en D, de auto of de fiets. Anna raadt het iedereen aan om eens een bezoek te brengen: ’Ik ben een beetje verknocht aan Hoogvliet. Tja, het heeft geen goed imago: Eindstation Hoogvliet. Maar het is prachtig. Het heeft ook echt hele mooie natuurgebieden.’ Anna heeft wel tips voor bezoekers van Open Monumentendag voor een dagje Hoogvliet. ‘Je kunt naar de Dorpskerk en de blokjes met vroegere arbeidershuizen. Wat drinken of een hapje eten in dit oude tramhuis. Bij het restant van de Spijkenisserbrug, en de voormalige brugwachterswoningen, loop je onderdoor en dan heb je aan de noordkant een heel mooi vlonderpad waar ook Schotse Hooglanders lopen. Daar kun je van de natuur genieten. Ik wandel ook graag in dat gebied met mijn hond Ringo. Inderdaad, vernoemd naar één van The Beatles!’
Voor Open Monumentendag 2022 reisde Anouk van Mil – ontwerper-voor-verhalen-die-gehoord-willen-worden – door Rotterdam. In lijn met het thema duurzaamheid ging zij op de fiets van Hoogvliet tot diep in Kralingen. Om daar vijf bijzondere mensen en vier bijzondere monumenten te ontmoeten en hun verhalen te horen. In Mens & Monument lees en luister je mee. Fotografie door Eric Fecken.