Rotterdamse Jaar van de Vrouw en Monumenten

Het is in 2025 een halve eeuw geleden dat de Verenigde Naties het Internationale Jaar van de Vrouw uitriepen.
Een inspirerende aanleiding om tien maanden lang onverdeelde aandacht te geven aan de vrouwen in onze stad met het Rotterdamse Jaar van de vrouw.
Erfgoed van de Vrouw
September staat in het teken van het Erfgoed van de Vrouw. Een mooie aanleiding om aan monumenteigenaren te vragen of er verstopte vrouwenverhalen te vinden zijn achter de monumenten. Dat leverde bijzondere verhalen op. Wist je dat er ooit een vrouwelijke molenaar op Molen de Zandweg heeft gewerkt? Dat kunstinstituut Melly de eerste meisjes HBS was in Rotterdam? En dat de Koopmansvrouw achter het Koopmanshuis ook een eigen stem heeft?
Op pad
Naast verhalen organiseren we ook een aantal activiteit waarin de vrouw achter het monument extra wordt belicht. Breng bijvoorbeeld een bezoek aan het Lucy Havelaarhuis en leer van de huidige bewoner alles over deze bijzondere sociale vrouw in Vreewijk. Of ga met de hele familie mee met het kindertheater ‘Een getikte geschiedenis’ waarin op zoek wordt gegaan naar Mies Lanen die het Schoeverspand niet alleen neer liet zetten voor typelessen maar er zelf ook ging wonen. En meer recenter aandacht voor de vrouwelijke architect achter het experimentele woongebouw voor ouderen: de Zonnetrap.
Filter
Wanneer je in het menu bij monumenten kijkt, klik dan de filter ‘Jaar van de Vrouw’ aan. Zo zie je alle monumenten met vrouwenverhalen bij elkaar. Hieronder lees je er vast een paar maar alle monumenten zijn ook te bezoeken op 13 en/of 14 september 2025.
Hostel ROOM | Rotterdamse Vrouwenhuis | Vollenhovenstraat 62 | Rijksmonument
Wist je dat Hostel ROOM ooit onderdak gaf aan het Rotterdamse Vrouwenhuis? Op 30 maart 1981 liepen duizenden vrouwen vanaf het Vrouwenhuis naar het centrum van de stad: ze protesteerden tegen de aanstaande abortuswet.
Korenmolen de Zandweg | Aagje van Eijk | Kromme Zandweg 99 | Rijksmonument
In 1806 wordt Aagje van Eijk molenaar op De Zandweg. Nadat haar man Pleun Lagendijk op 36-jarige leeftijd overlijdt zet zij het molenaarsbedrijf voort met haar zoon Jan die dan nog maar 8 jaar is. Voor die tijd waren het meestal de mannen die het korenmolenaarsambacht uitoefenden. Maar hier was het pure noodzaak dat de weduwe het bedrijf van haar man voortzette. Ze zal zeker bijgestaan zijn door een molenaarsknecht totdat later zoon Jan het bedrijf overnam. Later kwam ook diens zoon op de molen werken. Zo bleef de molen van 1790 tot 1860 in eigendom van de familie Lagendijk.
Begraafplaats met baarhuisje | Gerrigje Bak | Ringdijk 43 | Gem. Monument
Zonder Gerrigje geen eeuwige begraafplaats. Wie was Gerrigje Bak? Een gezin én een boerenbedrijf runnen en ook nog eens 16 kinderen ter wereld brengen. Gerrigje Bak werd in 1841 geboren in Ouderkerk aan den IJssel. Zij trouwde in 1858 met de acht jaar oudere Hendrik Nicolaas. Het paar ging wonen in de boerderij “Dorprust” aan de Ringdijk 26 in Schiebroek. Samen kregen ze zestien kinderen, waarvan er twee (beiden met de naam Jacob Arie) al na enkele maanden overleden. Ook zes andere kinderen hebben de leeftijd van 10 jaar niet bereikt. Na de dood van haar man Hendrik Nicolaas, op 7 december 1912, bleef zij tot 1918 in Dorprust wonen, daarna werd de boerderij overgenomen door Jan Bijl, die daar tot de sloop heeft gewoond. De boerderij Dorprust lag ter hoogte van waar nu de brug over de Ringdijk naar het Plaswijckpark ligt. De boerderij werd gebouwd in 1781 en in 1970 gesloopt vanwege de aanleg van de Meidoornweide als recreatiepark voor de wijk Schiebroek.
Tijdens de Raadsvergadering van 6 mei 1903 werden vierstukken als mogelijke locatie voor de te stichten begraafplaats in Schiebroek aangeboden. Tot dat moment werden Schiebroekers in Overschie begraven. Op 15 mei werd besloten te kiezen voor een aangeboden perceel van de weduwe G. Nicolaas – Bak, groot 700 m2 (35 x 20 meter) voor fl. 3,00 per m2, met voor haarzelf een vrij graf dat nooit geruimd mocht worden! Na realisatie kreeg de begraafplaats als adres Ringdijk 43. Gerrigje heeft een mooie en eeuwig durende rustplaats gekregen in vak A graf 1, te midden van enkele van haar gezins- en familieleden. Je kunt haar daar nog steeds vinden.
Molen de Ster & de Lelie | Willemina den Outer | Plaszoom | Rijksmonument
Vanaf 1898 tot begin ’50 werkt op De Ster en De Lelie Willemina den Outer. Ze kwam als 22 jarige in dienst als stripster van tabaksbladeren en heeft er ruim 50 jaar gewerkt. Ze stond bekend als tante Mien of Mien van de molens. Er zijn diverse krantenartikelen over haar 25, 40 en 50 jarig jubileum op de molen. Het was bepaald een een kordate vrouw, ze deed ook volop mee met het werk op de molen als dat nodig was.
Belasting en Douane Museum | Marijke Dittmann | Parklaan | rijksmonument
Hoe een jonge vrouw zonder het te weten geschiedenis schreef op de Rijksbelastingacademie
Een bos bloemen en een kopje koffie. Dat was de ontvangst voor Marijke Dittmann op haar eerste studiedag aan de Rijksbelastingacademie in 1963. De enige vrouw tussen tientallen mannen, en ze wist nog niet dat ze geschiedenis schreef.
Jaren eerder had Kamerlid Corry Tendeloo al geprobeerd onder pseudoniem toegang te krijgen tot de academie. Tevergeefs. Oprichter Johannes van der Poel liet vrouwen bewust buiten de deur. Zelfs na afschaffing van het ontslagverbod voor getrouwde vrouwen in 1957, hield hij voet bij stuk. Vrouwen hoorden niet bij de Belastingdienst.
Toch werd Marijke op twintigjarige leeftijd toegelaten. Ze koos de opleiding uit een stapel brochures: intellectueel werk, sociaal, creatief – en het Rijk betaalde. Maar eenmaal binnen werd ze systematisch buitengesloten. Geen mentor, geen sociëteit, geen welkom. “Als ik nog de leiding had, was u niet gekomen,” zei Van der Poel bij een bezoek. “We hebben geen damestoiletten.”
Marijke hield vol. Ze vond steun bij een adjunct-directeur en bij de Rotterdamse Vrouwelijke Studentenvereniging. In de studentenalmanak werd ze genoemd als: “The Woman Who Did.” Helaas werd het haar te veel. Ze verliet de opleiding, studeerde verder in Amsterdam en bouwde een succesvolle carrière op in het bedrijfsleven, waar alleen kwaliteit telde. Op haar 48e stopte ze, trouw aan haar eigen plan. Haar verhaal leert: soms begin je revolutie met één voet in een verkeerde kamer – en loop je er als eerste vrouw weer uit.