Grietje is trots op het pand, de architect en de visie van het Justus van Effencomplex

Het is in 2022 precies honderd jaar geleden dat het Justus van Effencomplex in Spangen in gebruik werd genomen. Het innovatieve project was een mijlpaal in de Nederlandse volkshuisvestingsbouw. Het ruime, groene binnenterrein en de gemeenschappelijke voorzieningen waren vernieuwend in deze vroege periode van interbellumarchitectuur. Maar het meest revolutionair is het idee voor een bovenstraat geweest. Gemeenschapsgevoel was het doel van de Rotterdamse architect Michiel Brinkman en gemeenschapsgevoel heerst een hele eeuw later nog altijd onder de bewoners. Grietje Meijer is één van hen en is vol lof en bewondering voor de visionair Brinkman: ‘We hebben het aan hem te danken. Hij had toen een vooruitziende blik.’

Een pand én een visie bewaard – ode aan de duurzame visie van architect Michiel Brinkman

Sinds zes jaar woont Grietje in ‘het Justus’, zoals zij het woonblok liefkozend noemt. Haar woning is gelegen aan de internationaal bekende bovenstraat: de eerste galerij van Nederland. ‘De bovenstraat is heel breed en loopt helemaal rond, zodat de bakker en de melkboer ook op de eerste woonlaag met hun karren langs alle huizen konden. Dat hoeft nu natuurlijk niet meer, maar we hebben nog wel de postbode die bij iedereen aan de deur komt!’

De visie van Brinkman was een plek waar bewoners contact met elkaar zouden hebben en waar kinderen veilig konden spelen. Met de Spaanse grieppandemie in het achterhoofd ontwierp hij huizen vol licht en lucht en naar moderne hygiënische standaarden. Ook in de pandemie van deze eeuw bewees het pand haar verbindende meerwaarde voor de bewoners. Grietje: ‘In coronatijd hebben we twee keer een silent disco georganiseerd. Iedereen deed mee! Allemaal dansend voor de eigen voordeur en beneden konden we een cocktail halen. Het was zo ontzettend leuk. Het werd langzaam steeds donkerder en donkerder, zo magisch en sprookjesachtig. We hebben zelfs nog een 1,5 meter polonaise gelopen over de bovenstraat!’, vertelt Grietje lachend.

Naast de memorabele silent dansavonden zochten de bewoners elkaar op voor een koffie op de verhoogde gazons, om een boodschap voor elkaar te doen of om in beweging te blijven. Zo ontstond ook de ‘vaste prik’. Iedere ochtend wandelde een groepje buren een ommetje door de wijk. Gewapend met prikstok en afvalknijper ruimden ze en passent ook zwerfafval in de buurt op. Grietje legt uit: ’Je kon niet veel doen natuurlijk tijdens de lockdown, maar je wilt toch een beetje structuur in je dag hebben. Dus liepen we iedere ochtend naar het mooie water van de Spaanse bocht waar we hier op uit kijken en gingen dat lekker schoon prikken. Was echt vaste prik!’. Zoals bij iedereen zijn niet alle lockdownactiviteiten gewoonte geworden, maar voor een aantal bewoners is de vaste prik inmiddels blijvend onderdeel van het gemeenschappelijke leven in het Justus van Effen. Zoals ook de leesclub, de yogalessen, de jaarlijkse kerstboom op het binnenterrein en de gezamenlijke Facebookgroep dat zijn.

Het is bijzonder te zien dat de visie van de architect ook in de 21e eeuw overeind blijft, ondanks dat zowel het rijksmonument als de tijdsgeest verschillende metamorfoses zijn doorgegaan. Zo is het Justus van Effencomplex door samenvoeging terug gegaan van oorspronkelijk 264 woningen naar 154. Het centrale badhuis verloor haar functie door de aanleg van eigen badkamers per woning en huisvest nu de galerie A Tale of A Tub.

Eén drastische aanpassing die niet meer terug te zien is, zijn de witgeverfde gevels uit de jaren ’80. Bij een grote renovatie tussen 2006 en 2012 is dat teruggedraaid. Grietje is daar blij mee: ‘Natuurlijk, daar in het midden bij het badhuis is een prachtige plek. Maar ik vind het hier gewoon voor mijn deur ook prachtig! Dan zie ik die blauwe lucht tegen die gele stenen. Dat vind ik het állermooist op zo’n dag als vandaag. Ik geniet van de bomen en dan zie je weer vogels aanvliegen en de katten spelen lekker op de bovenstraat.’

Ook voor niet-bewoners heeft het woonblok een grote aantrekkingskracht, al lijkt het volgens Grietje soms toch ook ‘het best bewaarde geheim van Rotterdam’. Stadsgenoten kennen het complex niet altijd, maar studenten en toeristen van over de hele wereld lopen de poort door voor het baanbrekende stuk Rotterdamse architectuur. ‘Mensen vinden het leuk om te zien hoe men 100 jaar geleden woonde en hoe de bouwstijl er toen uit zag. De stijl, maar vooral de visie van Brinkman maakt het zo bijzonder. Je hoort nu toch ook weer dat daar behoefte aan is, aan communities. Voor ouderen, maar ook jongere mensen. Dat je toch een beetje naar elkaar omkijkt.’

Uit de verhalen van Grietje blijkt grote waardering voor Michiel Brinkman, de geestelijk vader van het complex. Zij is daarin niet de enige, de bewoners voelen een trots naar de architect en brengen dit ook graag onder de aandacht. Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Justus brachten zij een kalender uit met foto’s van het woonblok toen en nu. En Brinkman prominent op de voorkant. Grietje: ‘Hij moest eens weten. Ik vind het fijn dat hij nu op onze kalender staat. Dan denk ik: ja ja, het komt allemaal uit jouw brein. Hij mag wel een beetje gezien worden, gehoord. Want er is over hem niet zo veel bewaard gebleven, dat komt ook door de Tweede Wereldoorlog volgens mij. En het was denk ik ook een bescheiden man. Iedereen profileert zichzelf tegenwoordig, dat kenden ze toen nog helemaal niet. Hij mag wel wat meer in de spotlights staan.’ Bij deze!

Voor Open Monumentendag 2022 reisde Anouk van Mil – ontwerper-voor-verhalen-die-gehoord-willen-worden – door Rotterdam. In lijn met het thema duurzaamheid ging zij op de fiets van Hoogvliet tot diep in Kralingen. Om daar vijf bijzondere mensen en vier bijzondere monumenten te ontmoeten en hun verhalen te horen. In Mens & Monument lees en luister je mee.